Tijd voor (bij)scholing?

Blog 18 december 2013 2 min. lezen
blog_header_6

Hoe gaan werkende Nederlanders met hun tijd om? Het tijdsbestedingsonderzoek ‘Met het oog op de tijd’ van het SCP reikt interessante inzichten aan. CEO van DPA, Eric Winter, vertelt hier meer over.

Vers van de pers: het tijdsbestedingsonderzoek ‘Met het oog op de tijd’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Hoe gaan Nederlanders met hun tijd om? Is dat anders dan een paar jaar geleden? Hoe beïnvloedt de economische crisis de tijdsbesteding?

De bevinding die mij meteen opvalt, is dat Nederlanders per saldo in 2011 minder tijd aan verplichtingen besteden dan in 2006. Hebben we het minder druk?

Een week telt 168 uur. Hierbij onderscheidt het SCP drie bestedingscategorieën:

  • Verplichte tijd – werken, opleidingen volgen, huishoudelijk werk en zorgtaken (gemiddeld 41,2 uur in 2011)
  • Persoonlijke tijd - slapen, eten en drinken, douchen en aankleden (77,7 uur)
  • Vrije tijd – mediagebruik, sociale contacten, recreatieve activiteiten en ontspanning, en maatschappelijke participatie zoals vrijwilligerswerk, informele hulp aan personen buiten het eigen huishouden en godsdienstbeoefening (47,8 uur).

Voltijdwerkers zijn harder gaan werken

Bij DPA zijn we vooral benieuwd naar hoe het zit met betaald werk. Per saldo blijken we daar evenveel tijd aan te besteden. Opvallend is dat juist degenen die het al druk hadden, meer zijn gaan werken. De ouders met jonge kinderen en mensen die al 35 uur per week of meer werkten. Zij hebben ruim twee uur meer verplichtingen dan in 2006, wat ten koste van hun vrije tijd gaat. Oppassen geblazen, want juist voor deze groep ligt volgens CBS-onderzoek de burn-out op de loer. Best slim trouwens dat we minder tijd aan het huishouden besteden. Dit betreft met name routinetaken zoals koken, schoonmaken en de was: 17,9 uur in 2011 versus 20,3 uur in 2006. En dit geldt zowel voor vrouwen als mannen (naar rato van hun inbreng). Schoonmaakhulpen en producenten van kant-en-klaarmaaltijden varen hier wel bij!

Crisis?

Het rapport reikt ook andere interessante inzichten aan. Bijvoorbeeld dat de economische crisis tussen 2006 en 2011 niet veel effect heeft gehad op het totaalbeeld van de tijdsbesteding van Nederlanders. Wat ik persoonlijk erg jammer vind, is dat er bij verplichte (of vrije?) tijd niet is onderzocht hoeveel tijd werkenden aan opleidingen besteden. Daarmee wordt voorbijgegaan aan het feit dat zowel de arbeidsmarkt als de aard van werk de afgelopen jaren fundamenteel veranderd is.

Een leven lang leren

In de huidige kenniseconomie gaat het niet meer alleen om je functie, maar ook om je inzetbaarheid en het ontwikkelen daarvan. De juiste competenties ontwikkelen, en blijven anticiperen op nieuwe uitdagingen en behoeften in je vakgebied. Daarbij hoort naast wendbaarheid, flexibiliteit en mobiliteit ook voortdurende (bij)scholing. En dit wordt alleen maar belangrijker. Blijven ontwikkelen draagt er ook toe bij dat je plezier in je werk houdt. Duurzame inzetbaarheid is een breed begrip. Daarom loont het de moeite om juist bij dit soort onderzoeken ook de post-initiële scholing mee te nemen.

Bron en (gratis) pdf: