De 30%-regeling: hoe Nederland de arbeidsmobiliteit binnen Europa bevordert

Blog 05 augustus 2015 3 min. lezen

Eerder blogde ik  over de voordelen van deelname aan een Erasmus-uitwisseling. Mijn voornaamste reden om positief te zijn over dit programma is de bijdrage die het levert aan arbeidsmobiliteit in de EU. Een studie-ervaring in het buitenland motiveert mensen immers om later internationale carrièremogelijkheden te verkennen. En er zijn meer manieren om Europese arbeidsmobiliteit te bevorderen. De 30%-regeling bijvoorbeeld, het fiscale middel dat Nederland inzet om de komst van kennismigranten te vergemakkelijken en te stimuleren. Deze regeling heeft een vrij simpele structuur en biedt duidelijke voordelen. Toch kom ik regelmatig bedrijven en kandidaten tegen die de procedures niet kennen, en daardoor voordeel mislopen.

arbeidsmobiliteit-binnen-Eu

Wat is het doel van de regeling?

Kort gezegd komt de 30%-regeling erop neer dat kennismigranten uit bepaalde beroepsgroepen compensatie krijgen voor de kosten die ze maken om naar Nederland te komen. Dit geldt voor functies waarvoor de Nederlandse arbeidsmarkt zelf niet voldoende geschoold personeel kan leveren, zoals tandartsen en ingenieurs.

Hoe werkt het?

Als werkgever kun je tot 30% van het brutosalaris belastingvrij uitkeren aan de werknemer. Alleen over het overige brutobedrag wordt belasting berekend en betaald. Dat betekent dat de werknemer minder belasting betaalt, en de werkgever minder werkgeverslasten. Deze regeling kan tot wel acht jaar worden toegepast. De 30%-regeling kent ook een aantal extra voordelen voor werknemers. Zo kunnen kennismigranten het rijbewijs uit hun thuisland kosteloos inruilen voor een Nederlands rijbewijs. Ook kunnen ze eventuele kosten voor een private internationale school aftrekken van de belasting. Hierdoor wordt de drempel om naar Nederland te verhuizen lager, waardoor je als werkgever weer makkelijker personeel uit andere EU-landen kunt vinden.

Welke criteria gelden er?

De voorwaarden die van toepassing zijn op de aanvraag van de 30%-regeling kunnen worden samengevat in drie regels:

  1. De kandidaat moet van buiten Nederland zijn gerekruteerd. Dat wil zeggen dat hij of zij op het moment dat het contract wordt getekend nog niet in Nederland geregistreerd is en tenminste 150 kilometer van de Nederlandse grens woont.
  2. De expertise van de werknemer moet door de Nederlandse overheid als schaars worden beschouwd. Dit hangt tegenwoordig af van de hoogte van het bruto jaarinkomen: zie punt 3.
  3. Na toepassing van de regeling moet het bruto jaarsalaris van de werknemer hoger zijn dan 36.705,- euro. Er wordt een uitzondering gemaakt voor mensen met een Masterdiploma die jonger zijn dan 30 jaar. Voor deze laatste groep ligt de ondergrens op 27.901,- euro.

Waar moet je op letten?

In aanvulling op de regels hier nog twee adviezen voor iedereen die voor een werknemer de 30%-regeling wil aanvragen:

  1. Je kunt beter geen proefcontract aanbieden bij een loon onder de 36.705,- respectievelijk 27.901,- euro, tenzij iemand echt niet op korte termijn boven die bedragen komt. Daardoor beperk je de werknemer en jezelf enorm in de netto salarisstappen in de komende acht jaar! De 30%-regeling is alleen aan te vragen als de werknemer aan de criteria voldoet op het moment dat hij of zij Nederland binnenkomt. Verder kan de werknemer de regeling alleen aanvragen bij zijn/haar eerste Nederlandse werkgever.
  2. Vaak wordt onterecht verondersteld dat de volle 30% van de regeling gebruikt moet worden en er dus een minimumsalaris geldt van 52.436,- euro (of 39.859,- voor werknemers onder de 30 jaar met een Masterdiploma) om aanspraak te kunnen maken op de regeling. Maar de 30%-regeling kan bij elk brutosalaris aangevraagd worden. Wat telt is dat het bedrag dat na toepassing van de regeling overblijft, boven de onder punt 3 genoemde brutosalarissen ligt.

Voorbeelden

  • 30%-regeling volledig toegepast - Werknemer van 32 jaar met brutosalaris van 60.000,- euro per jaar. 30% betekent 18.000,- belastingvrij: de werknemer betaalt belasting over de resterende 42.000,-.
  • 30%-regeling gedeeltelijk gebruikt - Werknemer van 32 jaar met brutosalaris van 40.000,- euro per jaar. Slechts 40.000 – 36.705 = 3.295 kan worden gebruikt om netto uit te keren. In dit geval kun je dus niet 30 maar slechts 8,2% van het brutosalaris netto uitkeren aan de werknemer.
  • 30%-regeling gedeeltelijk gebruikt (lagere inkomensgrens) - Werknemer van 25 jaar met master en brutosalaris van 37.000.- euro per jaar. Slechts 37.000 – 27.901 = 9.099 kan gebruikt worden als netto- uitkering. Over de resterende 27.901,- euro wordt belasting betaald. In dit geval wordt dus geen 30 maar 24,6% netto uitgekeerd.

Ben je niet helemaal zeker van een situatie? Laat het me weten. Vaak is het zo uitgezocht!

Neem contact op met Robert-Jan

Business unit manager Stuur een bericht