Griep: thuisblijven of naar je werk?

Blog 29 januari 2014 2 min. lezen
29-januari-blog

Nog geen griepepidemie in Nederland, blijkt uit De Grote Griepmeting van 23 januari. Ook wordt gesignaleerd dat steeds minder mensen thuisblijven vanwege de griep: 64% nu versus 80% in 2013. Ze grijpen naar aspirine, ibuprofen of paracetamol om symptomen als koorts te onderdrukken en ongemak te verlichten. Zo kun je ondanks de ziekte doorwerken. Tegelijkertijd biedt je het virus de kans om zich sneller te vermenigvuldigen. Wat doe jij als je griep hebt: thuis uitzieken of naar je werk?

Iedereen kan griep krijgen. Het virus zit in de keel, neus en luchtwegen en komt door hoesten, niezen en praten met kleine druppeltjes in de lucht. Door deze druppeltjes in te ademen kun je besmet worden. Ook via de handen en voorwerpen wordt het virus overgedragen. Griep is besmettelijk vanaf een dag vóór tot vijf à zes dagen na het begin van de ziekteverschijnselen. Ziekteverschijnselen treden meestal een tot twee dagen na de besmetting op, maar niet iedereen wordt ziek. Omdat het virus jaarlijks verandert, kun je elk jaar opnieuw griep krijgen. Mensen die dicht op elkaar leven of werken, lopen extra risico om besmet te raken.

Naar je werk of thuisblijven?

In iedere richtlijn of overheidsadvies over griep vind je het terug: neem rust en vermijd lichamelijke inspanning. Experts waarschuwen voor het bagatelliseren van het virus omdat dit een voedingsbodem kan worden voor bacteriële infecties met ernstige en chronische consequenties. Als je afweersysteem onder druk staat, moet je de druk niet opvoeren.  Rustig aan, maar niet te lang in bed, lijkt de meest logische middenweg. Raadpleeg je huisarts als de koorts langer duurt dan vijf dagen, als de koorts terugkomt na te zijn weggeweest of als je last hebt van kortademigheid.

Werk je door? Hou er dan vooral rekening mee dat griep besmettelijk is. Goede hygiëne is belangrijk om besmetting te voorkomen. Het beste is om bij hoesten en niezen een papieren zakdoekje te gebruiken, dit na gebruik weg te gooien en daarna de handen te wassen. Als je geen papieren zakdoekje bij de hand hebt, houd dan je hand voor de neus en mond en was hierna je handen. Maak je je zorgen over een zieke collega? Je kunt hem of haar prima aanspreken, maar hou het concreet. Bied bijvoorbeeld aan om extra zakdoekjes te halen. Of zeg: “Goed dat je je werk wilt afmaken, maar kan ik iets overnemen?” Of “Misschien is het handiger om even een aparte werkplek te zoeken?’”

Bronnen: